1. Inleiding

1.1. PlastiCity: een Europese aanpak

Plastics zijn overal om ons heen en bepalen ons dagelijkse leven. Dankzij hun unieke eigenschappen zijn ze uiterst geschikt voor tal van toepassingen, zoals zuinigere auto’s, betere isolatie van woningen, lucht- en ruimtevaart, minder voedselverspilling enz. Figuur 1 toont dat in Europa ongeveer 40% van de plastics gebruikt wordt voor verpakking en ruim 20% in de bouw-sector. Andere belangrijke toepassingen zijn er in de automobielsector, elektriciteit en elektronica, huishoudartikelen, vrijetijdsbesteding en sport.
Source fig 1

fig 1: Productie van plastic per type in Europa

Jammer genoeg hebben plastics, met name toepassingen voor eenmalig gebruik, nog een nadeel: plastic afval vervuilt onze oceanen en landschappen. Iedereen is vertrouwd met de termen ‘microplastics’ en ‘plasticsoep’. Bodemverontreiniging is minder bekend, hoewel de akkers waar onze gewassen groeien 4 tot 23 keer meer vervuild zijn met microplastics dan de oceanen. Naarmate de plastic productie toeneemt, zal er nieuwe infrastructuur voor fossiele brandstoffen bijkomen en zullen de emissies van de exploratie, de extractie, het transport en het raffineren van aardolie, aardgas en kolen stijgen.
Source

De wereldwijde productie van plastics, vooral op basis van aardolie en aardgas, is gestegen van 2 miljoen ton in 1950 tot 368 miljoen ton in 2020.

Transport, energie en landbouw zijn de drie sectoren die het meest met de vinger worden gewezen in verband met de klimaatverandering. Maar men vergeet vaak dat de productie van plastics ook emissies veroorzaakt. Als we de opwarming van de aarde tegen 2050 willen beperken tot 1,5°C, mogen we niet meer uitstoten dan 570 miljard ton CO2. 10% tot 13% daarvan zal worden uitgestoten door de productie van plastics en de verbranding van plastic afval.
Source

fig 2: Plastic & klimaatverandering

Door plastic te recycleren, kunnen we emissies vermijden. Aangezien plastics hoofdzakelijk uit eindige grondstoffen bestaan, hebben ze een grote potentiële waarde voor recyclage. In de EU wordt gemiddeld slechts 30% van het plastic afval gerecycleerd.

Als we willen overschakelen naar een duurzamere maar ook levensvatbare economie, moeten we onze hulpbronnen efficiënter inzetten. Daarom is het belangrijk plastic afval in te zamelen, te hergebruiken en te recycleren zodat het niet langer ons leefmilieu vervuilt en bijdraagt tot de klimaatverandering.

fig 3: Verwerking van plastic afval in de EU

De overschakeling naar een meer circulaire economie en stijgende recyclage zijn belangrijke actiepunten.
Source fig 2
Source fig 3

In 2018 ontwikkelde de Europese Unie (EU) een Europese Strategie voor Plastics in een Circulaire Economie (Europese Commissie, 2018), met als doelstellingen een recyclagepercentage van 50% tegen 2025 en 55% tegen 2030. De focus ligt vooral op post-consumer plastic afval, wat grondig bestudeerd is. Heel wat plastic afval wordt ook gegenereerd bij de productie van
consumptiegoederen. Dit zogenaamde post-industrieel afval is dikwijls een gemakkelijk te recycleren afvalstroom, aangezien de samenstelling algemeen bekend is en verontreinigingen zo goed als onbestaande zijn. Sommige bedrijven beschikken over interne kringloopprocessen voor de recyclage van hun productie afval. Andere bedrijven laten dat afval door gespecialiseerde bedrijven tot granulaat verwerken. Een derde categorie is het afval dat op andere plaatsen in de waardeketens wordt geproduceerd en door de mazen van het recyclage net blijft glippen. Activiteiten zoals logistiek en de verwerking van goederen in kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) generen eveneens grote hoeveelheden afval. Denk hierbij aan de plastic wikkelfolie voor pallets met schoenen die geleverd worden aan de lokale schoenenwinkel, emmers met suikerstroop voor de artisanale bakkerij en vele andere toepassingen. Hoewel dat plastic afval, vaak ‘lost plastics’ of verloren plastics genoemd wordt, geschikt is voor recyclage, vindt het dikwijls zijn weg niet naar een gepast recyclagesysteem. Niettegenstaande het Europese streefdoel van een circulaire economie, lijkt de recyclage van post-consumer niet-huishoudelijk plastic afval niet structureel toe te nemen, ondanks het grote potentieel. Het PlastiCity project beoogt daar iets aan te doen.

1.2. PlastiCity

Er is heel wat plastic afval beschikbaar in stedelijke omgevingen dat vanuit technisch oogpunt in aanmerking komt voor recyclage. Het PlastiCity project is opgestart om oplossingen te ontwikkelen die het recyclagepercentage van PC NH plastics in stedelijke gebieden aanzienlijk verhogen. Binnen het kader van dit project werd het potentieel van de afvalstromen en de daaraan verbonden factoren in de stedelijke omgeving in kaart gebrachte. Daarnaast worden er nieuwe strate- gieën ontwikkeld en lokale waardeketens gecreëerd, om zo het recyclagepercentage van PC NH plastics te verhogen.

1.3. Handboek

Een van de doelstellingen van het PlastiCity project was om een handboek voor overheidsinstellingen op te stellen. Het handboek omvat de inzichten van het PlastiCity project en aanbevelingen met onderbouwde argumenten om nieuwe waardeketens op te zetten voor plastic bedrijfsafval dat voordien ongebruikt bleef.

1.4. Leesgids

Hoofdstuk 1 biedt een inleiding tot de achtergrond van het PlastiCity project en de motivatie voor het handboek. Hoofdstuk 2 gaat in op de aanpak, doelstellingen en resultaten van het PlastiCity project.

2. Het PlastiCity Project

2.1. Gemeenschappelijke uitdaging

PlastiCity was het eerste project in de 2 Zeeën-regio dat specifiek ontworpen was om de implementatie van de Europese Strategie voor Plastics in een Circulaire Economie (Europese Commissie, 2018) te ondersteunen.

De 2 Zeeën-regio bestaat uit de volgende gebieden:

Engeland: zuidwesten, zuidoosten en oosten van Engeland

Frankrijk: departementen Nord, Pas-de-Calais, Somme en Aisne

België (Vlaanderen): provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Antwerpen

Nederland: provincie Zeeland en de kuststreken van de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Noord-Brabant.

Deze regio behoort tot de regio’s in de EU die het meeste plastic afval produceren, maar over het algemeen is het recyclagepercentage nog laag (gemiddeld 20-30%). De regio telt veel steden die aan het water liggen, wat een milieurisico kan meebrengen, aangezien het bekend is dat steden een enorme hoeveelheid plastic zeeafval voortbrengen. Tegelijkertijd biedt de circulaire economie een aanzienlijke economische opportuniteit voor deze regio’s. In een stedelijke omgeving is een massa plastic afval, vooral plastic bedrijfsafval of beter gezegd post-consumer niet-huishoudelijk (PC NH) plastic afval, beschikbaar voor recyclage, toch vanuit technisch oogpunt. Recyclage vindt echter amper plaats, om verschillende redenen. De huidige afvalcontract structuur voor deze afvalstroom is niet doeltreffend. De afzonderlijke inzameling van PC NH plastics is te complex en niet haalbaar omdat ieder bedrijf zijn eigen afvalcontract heeft en de tonnages per contract te laag zijn. Bovendien vertonen de afvalwetgeving en het passieve gedrag van actoren tekortkomingen. Dat komt omdat een gevoel van urgentie, eigenaarschap en verantwoordelijkheidsgevoel ontbreken.

2.2. Het PlastiCity Project

Het hoofddoel van het PlastiCity project was om nieuwe strategieën te ontwikkelen en te demonstreren en zo het recyclagepercentage van PC NH plastics (zogenaamde ‘lost plastics’ of ‘verloren plastics’) te verhogen van 20–30% tot meer dan 50% in stedelijke omgevingen. Hierbij werd het gebruik van ‘lost plastics’ als secundaire grondstof mogelijk gemaakt en werden ondernemingskansen gecreëerd. Het was ook de bedoeling om tussen 100 en 400 arbeidsplaatsen te creëren in de circulaire economie. Het project werd uitgevoerd van begin 2019 tot eind 2022 door een divers consortium met expertise in alle aspecten van de waardeketen van plastic afval in vier Europese steden (Gent in België, Den Haag in Nederland, Southend-On-Sea in het Verenigd Koninkrijk en Douai in Frankrijk).

2.3. Realiseren van verandering

Teneinde het recyclagepercentage zoals hierboven vermeld te verhogen, moet men verschillende parameters van de huidige verwerkingsketen van bedrijfsafval, waartoe PC NH plastics behoort, analyseren en aanpassen. De huidige waardeketen bestaat uit meerdere componenten zoals logistiek, afvalcontracten, de types plastics en hun hoeveelheden en kwaliteiten, mechanische recyclage mogelijkheden, vereiste investeringen voor lokale recyclage, nieuwe producten, herbruikbaarheid enz. Om de rol en invloed van al die componenten te visualiseren en te bepalen welke alternatieven er nodig zijn, is de uitvoering van het project verdeeld in 3 subdoelstellingen, die elk meerdere resultaten opleveren.

De gehele opzet van de doelstelling en bijbehorende output (O) wordt in onderstaand diagram weergegeven:

fig 4: Overzicht van de resultaten, doelstelling en outputs van het PlastiCity project

2.4. Activiteiten van het Project

Hieronder vind je een beschrijving van de activiteiten die plaatsvonden in het PlastiCity project om de verschillende keten parameters te bepalen en te ontdekken voor welke types en op welke manier de parameters moeten aangepast worden. De verschillende activiteiten zijn gefaseerd uitgevoerd. De eerste fases waren gericht op het verzamelen van informatie over het plastic ecosysteem in de deelnemende piloot zones. Daarna kwamen de aanpassingsperiode en de concrete resultaten. Hieronder een samenvatting van de activiteiten:
Source fig 5

De kenmerken van de huidige PC NH plastics omgeving bepalen door inzicht te verwerven in de actorengroepen die betrokken zijn bij de huidige plastic afvalketen, hun ruimtelijke spreiding (waar bevinden ze zich) en hun opvattingen en gedrag met betrekking tot plastic afval.

fig 5: overzicht van de actoren in de plastic waardeketen

Ontwerpen, ontwikkelen en in gebruik nemen van een Mobiele unit voor de inzameling van plastic afval en het uitvoeren van testen om de samenstelling (mechanische en chemische kenmerken) vast te stellen. De uitkomst gebruiken om nieuwe bundel strategieën uit te tekenen. En met de Mobiele unit het voorbehandelingsproces demonstreren aan stakeholders en zo ook inzetten op verhogen van het bewustzijn, de
kennis en de betrokkenheid van de stakeholders.

Huidige en mogelijke toekomstige logistieke systemen bepalen door PC NH plastics ter beschikking te stellen. Organiseren van de inzameling van die plastics om de hoeveelheid en kwaliteit van plastic afval per actorengroep vast te stellen. Op basis van de resultaten, een innovatieve en duurzame nieuwe logistieke oplossing ontwikkelen voor de inzameling van plastics.

Nieuwe bundel strategieën bepalen om de verwerking en productie te verbeteren, dit op basis van de resultaten van de analyse van het ingezamelde plastics in de Mobiele unit.

Een stedelijk en interactief digitaal platform creëren om gegevens en andere informatie uit te wisselen tussen de leden van het platform. Door kennis te delen en te sensibiliseren, kan je gedragsveranderingen teweegbrengen. Door samenwerking te stimuleren, moedig je stakeholders aan om samen te werken op een lange termijn basis.

Een lokale HUB realiseren om de rol van de Mobiele unit over te nemen en permanente bundeling (op basis van verbeterde bundel strategieën) en testen van de samenstelling van de ingezamelde plastics te garanderen. De gerecycleerde plastics verwerken tot granulaat met productiekwaliteit en producten ontwerpen, testen en vervaardigen op basis van het ingezamelde plastic bedrijfsafval.

Nieuwe bedrijfskansen realiseren. Vier nieuwe waardeketens demonstreren en implementeren met het ontwerp van vier nieuwe producten/businesscases.

De implementatie van deze activiteiten heeft heel wat kennis en inzichten opgeleverd, die hieronder in detail worden beschreven.

2.5. Inzichten

De inzichten uit het PlastiCity project zijn ook gebruikt om richtlijnen te ontwikkelen voor overheden die willen inzetten op het verhogen van het recyclagepercentage van PC NH plastic afval. De inzichten zijn gebaseerd op interviews met de projectleden die het meest betrokken waren bij iedere output. Dit betreft project vertegenwoordigers van overheden, bedrijven, consultants en andere betrokken partijen. De resultaten worden hieronder toegelicht.

2.5.1. Logistiek

Het verdient aanbeveling om de huidige logistieke kenmerken van de (gescheiden) inzameling van plastic afval eerst in kaart te brengen en te analyseren, bijvoorbeeld het beleid i.v.m. bereikbaarheid, mobiliteit en luchtkwaliteit (milieuzones enz.), die een impact kunnen hebben op stedelijke afvalinzameling. Maar ook de ruimtelijke spreiding van actoren (volgens lokale, regionale, nationale of Europese indeling en classificatie van actorengroepen), omwille van de mogelijke invloed op de logistieke kosten.

Ontwikkel eerst logistieke ideeën alvorens een specifieke aanpak voor de inzameling van PC NH plastics te bepalen.

Over het algemeen produceren kmo’s relatief kleine hoeveelheden plastic afval, wat gescheiden inzameling in het kader van een bestaand contract niet interessant maakt. Maar de huidige afval contractpartners zullen ontevreden zijn als plastics uit hun lopende afvalcontracten worden geschrapt. Als men het recyclagepercentage van PC NH plastics wil verhogen, moeten deze plastics losgekoppeld worden van de huidige afvalcontracten. Een gescheiden inzameling van PC NH plastics is dan een vereiste. Om de plastic afvalinzameling financieel aantrekkelijk te maken, moeten er voldoende plastics aangeboden worden met voldoende continuïteit en kwaliteit. Dit hangt bovendien sterk af van de afstanden, personeels- en brandstofprijzen en de waarde van plastic afval.

In een stedelijke omgeving zijn cross-docking-locaties een grote troef omdat je ze kan combineren met een hub. De hub kan men gebruiken als tussenopslagfaciliteit om massa op te bouwen. Dankzij de cross-docking-functie kan binnenkomend en uitgaand plastic worden gebundeld of zelfs gegranuleerd, voor testen, voor recyclage ter plekke of om het soortgelijk gewicht te verhogen voor verder transport.
Source fig 6

fig 6: Cross-docking-distributiecentrum

Hubs zijn idealiter nabij bedrijventerreinen of industrieparken gelegen (concentratie van plastic afval in de buurt).

Frequente en collectieve deur-aan-deur ophaling (zogenaamde milk-run) blijken een efficiënte inzamelmethode voor specifieke afvalstromen en een doeltreffende manier om de hubs te bevoorraden. Omdat plastic een laag gewicht heeft, kan het gemakkelijk worden vervoerd met elektrische voertuigen, wat bijdraagt aan een vermindering van de uitstoot.
Source fig 7

fig 7: Externe milk-run langeafstandsvervoer

Het samenpersen van plastics in voertuigen is een doeltreffende manier om het inzamelvolume en bijgevolg de logistieke efficiëntie te verhogen.

De inzameling zelf vormt geen probleem. De uitdaging is om plastic afval efficiënt op te halen en een continue stroom plastic in constante hoeveelheden en kwaliteit te leveren. Alle toeleveringsketens (op lokale, regionale of een grotere geografische schaal) kunnen leiden tot haalbare businesscases en (tussen)producten. Indien dat niet het geval is, helpt een inkrimping van de investeringen in de uitrusting voor de verwerking en kan een lokale keten meer aangewezen zijn.

2.5.2. Bundeling

De bundeling van plastics met vergelijkbare kwaliteiten maakt ze interessanter voor recyclage. De bundeling van plastics is gemakkelijker in een lokale plastic waardeketen omdat die korter is en de kwaliteit van de geleverde plastics bijgevolg beter en gemakkelijker te controleren is.

De kwaliteit van de plastics per bedrijfscategorie is in redelijke mate vergelijkbaar en ze kunnen bijgevolg gemakkelijk worden gecombineerd. Dit kunnen we concluderen op basis van extrapolaties door één van de partners in een pilootgebied.

2.5.3. Hub

Hubs zijn niet gemakkelijk te realiseren omwille van verschillende aspecten zoals beschikbaarheid van geschikte ruimte, vereiste investeringen en installaties, vergunningsvoorwaarden, enz. Bij de realisatie van een hub dien je al die aspecten dus zorgvuldig te overwegen en in rekening te brengen om vertragingen of teleurstelling onder de partners te vermijden. Dat geldt ook voor de eventuele opbrengst van de hub. Dergelijke aspecten verschillen al naargelang de omstandigheden.

Op basis van ervaring en berekeningen van de Universiteit Gent bleek uit het PlastiCity project dat er drie levensvatbare waardeketens zijn. De eerste waardeketen realiseert enkel de basisdoelstelling van het project, namelijk het recyclagepercentage van PC NH plastics verhogen en de bestaande waardeketen bevoorraden (dus geen extra verwerkingsstappen op lokaal niveau). De tweede verwerkingsvariant is een kleinschalige hub met beperkte hoeveelheden plastics, die kleine investeringen in recyclage- en productiematerieel vereist om producten te vervaardigen die waarschijnlijk lokaal worden verkocht. De derde verwerkingsvariant betreft een recyclage-eenheid voor 10.000 ton (films). Dat is een kleine, commercieel haalbare verwerkingseenheid om recyclaat te produceren dat voor de bestaande verwerkingsketen gebruikt kan worden of om er nieuwe producten van te maken. Vanwege de productie capaciteit kan het recyclaat veel breder dan alleen lokaal verkocht worden. De onderliggende berekeningen zijn uitgevoerd door de Universiteit van Gent.

2.5.4. Stedelijk Platform

Voor een succesvol digitaal platform moet je eerst een community oprichten bestaande uit toegewijde actoren en stakeholders met gemeenschappelijk belang en overtuiging, die bereid zijn om actief bij te dragen (en intrinsiek gemotiveerd zijn) aan de doelstellingen
van het project.

Succesvolle potentiële producten kunnen het geloof in het succes van het totale project en de transitie en bijgevolg een duurzame samenwerking versterken.

2.5.5. Businesscases

Er zijn nieuwe gerecycleerde plastic producten ontworpen en vervaardigd, zoals blijkt uit onderstaande voorbeelden.

gelaatsschermen gemaakt van gerecycleerd PET

neusbruggen gemaakt van gerecycleerde PP van emmers voor levensmiddelen

earbuddies gemaakt van gerecycleerde post-industriële snijresten van kunstgras

In het kader van het PlastiCity project zijn nog andere nieuwe producten uit gerecycleerde plastics ontworpen en vervaardigd. Je vindt ze in dit overzicht.

We leerden dat hoewel die nieuwe producten op lokaal niveau kunnen worden ontwikkeld, het een hele uitdaging is om ze te produceren in een volledig lokale waardeketen. Niet alle stappen, actoren of materialen in de waardeketen waren op lokaal niveau beschikbaar voor alle nieuw ontworpen producten, bv. het gelaatsscherm werd lokaal geproduceerd en gebruikt, maar werd niet gemaakt van lokale plastics. Dit betekent dat een businesscase ook kan worden gerealiseerd als de waardeketen slechts ten dele lokaal is.

De economische haalbaarheid van cases varieert in de tijd en is afhankelijk van brandstofprijzen, arbeidskosten en marktprijzen. Beperk de exploratie van nieuwe business cases of producten niet tot één kans, maar streef naar meerdere potentiële producten en cases.

fig 8: voorbeelden van nieuwe producten gemaakt uit gerecycleerde plastics door partners van het PlastiCity project

2.5.6. Communicatie & Mobiele Unit

Het doel van de Mobiele Unit was drievoudig:

Inzamelings- en verwerkingspunt voor plastic afval.

Sneltestpunt om de mechanische en chemische eigenschappen te bepalen.

Communicatie en bewustmaking naar kmo’s toe over de mogelijkheden van plastic recyclage.

Indien lokale overheden niet over een eigen netwerk beschikken om het project te ontwikkelen, kunnen ze gebruik maken van de netwerken van anderen, zoals bedrijfs- en belangengroepen, om het vereiste netwerk uit te bouwen.

Organisatie van fysieke bijeenkomsten is zeer aanbevelenswaardig. Als de COVID-19- pandemie ons iets heeft geleerd, is het wel dat mensen zich steeds minder betrokken voelen door virtuele vergaderingen, wat het engagement en saamhorigheidsgevoel langzaam aantast. Dat draagt niet bij tot het versterken van een community en/of de realisatie van gezamenlijk geformuleerde doelstellingen, benaderingen en businesscases.

fig 9: Foto van de Mobiele Unit

2.5.7. Strategie

De bestaande plastic waardeketen is wereldwijd of Europees georiënteerd. Recyclage initiatieven voor PC NH plastics zijn beperkt tot grotere bedrijven of in het geval dat grotere stromen plastic afval gebundeld worden (bv. bij distributiecentra met retour logistiek). Binnen de afvalsector is er sterke concurrentie. Business, contracten en bedrijfsgeheimen worden streng bewaakt. Kleinere projecten wat betreft de hoeveelheden plastics worden niet ervaren als een bedreiging voor de bestaande status quo.

De aanpak bestond erin eerst de afval en PC NH plastic afval omgeving op theoretisch vlak te leren kennen en pas daarna activiteiten te ontwikkelen en uit te voeren om de bestaande waardeketens te veranderen.

Een verhoging van het recyclagepercentage van PC NH plastics vereist dat die plastics worden onttrokken aan bestaande afvalcontracten en gescheiden worden ingezameld. Voor de organisatie daarvan is een onafhankelijke overkoepelende actor nodig, bv. een overheidsinstantie zonder commerciële belangen.

De gekozen strategie van een project vergt flexibiliteit teneinde te kunnen inspelen op interne en externe invloeden en om bedreigingen te kunnen omzetten in opportuniteiten (bv. gelaatsscherm gemaakt van gerecycleerd PET ten tijde van COVID-19).

Het beheer van triple-helix-projecten is geen eenvoudige opdracht wegens de verschillende belangen, achtergronden en denkwijzen.

2.6. Conclusies

Het PlastiCity project heeft waardevolle inzichten opgeleverd die het voor (lokale) overheden gemakkelijker maken om zelf initiatieven te ontwikkelen voor de aparte behandeling van plastic bedrijfsafval, dat nu nog wordt verbrand of gestort.

Plastic is een bulkproduct. Het sorteren en de gescheiden inzameling van plastic gebeurt bijgrotere bedrijven met grotere hoeveelheden plastics en bij bedrijven die door middel van logistieke centra en retourlogistiek hun afvalstromen kunnen bundelen. Het gebundelde plastic wordt door een afvalverwerker ingezameld in hun logistieke centra. Dat geldt niet voor kmo’s, die heel talrijk zijn in stedelijke gebieden. Dergelijke bedrijven hebben relatief kleine hoeveelheden per contract, wat inhoudt dat gescheiden ophaling niet haalbaar is. Om het wel mogelijk te maken, moet die ophaling van plastics in een apart contract worden vastgelegd. Zoals bij retourlogistiek is bundeling mogelijk door gebruik te maken van frequente en collectieve deur-aan-deur ophaling (milk-run) en een logistiek centrum/cross-docking-locatie en/of hub waar stromen gebundeld worden. Men kan inzamelvoertuigen met compressiecapaciteit gebruiken om het soortgelijk gewicht te verhogen en ook bundeling in de hub leidt daartoe. De verwerkings- variant waarbij verbeterde gescheiden ophaling in een bestaande waardeketen via de hub wordt bewerkstelligd, kan men eveneens gebruiken om de tweede lokale verwerkingsvarianten op te starten. Op basis van de steun en bereidwilligheid van de partners en de omgevingskenmerken, en dus ook de logistieke aspecten, kan men in onderling overleg bepalen welke verwerkingsvariant mogelijk is. Bovendien is het mogelijk om te starten met de kleinschalige variant en dan op te schalen naar de variant van 10.000 ton.

Op basis van deze algemene conclusies en de andere inzichten geeft hoofdstuk drie concrete stappen met bijbehorende overwegingen om het recyclagepercentage van PC NH plastics te verhogen en waardeketens en business cases op te zetten, op het meest efficiënte niveau voor jouw regio.

3. Handboek

3.1. Inleiding

Dit handboek is een product van het PlastiCity project, het is een samenvatting van de ervaringen en inzichten van de partners. Het biedt andere (lokale) overheidsinstanties handvatten om in stedelijke gebieden nieuwe ketens voor de recyclage van plastic te ontwikkelen om waardevolle grondstoffen te winnen, in dit geval post-consumer niet-huishoudelijk (PC NH) plastics. Dit handboek bevat instructies die beschrijven hoe je een lokale waardeketen kan ontwikkelen voor industrieel plastic afval. Hoewel er een bepaalde logica zit in de opeenvolgende beschreven stappen, is de volgorde niet verplicht. Ze zijn in de eerste plaats bedoeld om informatie over het bestaande afval ecosysteem te verzamelen waarop je een lokale strategie kan uitbouwen.

3.2. Globale plastic waardeketen

We raden aan om te beginnen met een beschrijving van uw huidige plastic ecosysteem. Dit betekent dat je de kenmerken van het “ecosysteem” schetst waarin de nieuwe waardeketens tot stand zullen komen. Dit perspectief is van belang om de nood aan en noodzaak van de te ontwikkelen activiteiten te begrijpen.

3.2.1. Plastic waardeketen: pré-productie en productie

Uit de inzichten blijkt dat de bestaande plastic waardeketen (de stappen om waarde uit een keten te creëren) georiënteerd is op het wereldwijde of minstens Europese niveau, maar geconcentreerd is in stedelijke gebieden. De belangrijke spelers met grote investeringen in hoofdzakelijk productie-installaties en de vele multinationale gebruikers bepalen de waardeketen en dus de (economische, kwalitatieve en milieu-) kenmerken. Ze hebben een aanzienlijke invloed op pre-productie en productiefase in de waardeketen (groene ovaal).

fig 10: Value Hill

3.2.2. Plastic waardeketen: post-productie

Dit geldt niet enkel voor pré-productie en productiefase, maar ook voor de post-productie. In deze fase zijn grote afvalverwerkers actief (rode ovaal). Iedere individuele onderneming (de zogenaamde afvaleigenaar) is wettelijk verplicht een contract aan te gaan om haar eigen afval te laten ophalen en verwerken. Vrijwel alle afvalstromen van een bedrijf worden door één verwerker opgehaald. De ophaling van de afvalstromen van een bedrijf dient zo vlot mogelijk te gebeuren zodat de afvaleigenaar er zich geen zorgen over hoeft te maken.

Die werkwijze is niet altijd bevorderlijk voor efficiënt gebruik van grondstoffen. Sortering door de afvaleigenaar verloopt vaak niet optimaal, waardoor heel wat waardevol afval bij het restafval terechtkomt en verbrand of verwerkt wordt op een manier die de laagste kost of de hoogst winst meebrengt voor de afvalverwerker.

Bovendien is er dikwijls geen plaats in (lopende) afvalcontracten voor kleinere, waardevolle afvalstromen zoals recycleerbare plastics. Bijgevolg worden ze vaak niet apart ingezameld en verwerkt omdat dit, binnen het bestaande, individuele contract, te duur en niet winstgevend is.

3.2.3. Rol van lokale overheid

Het laatste kenmerk van het huidige systeem betreft de rol van de overheid. De afvalwetgeving wordt bepaald door de hogere overheden. Behalve bij het uitreiken en handhaven van milieuvergunningen, hebben lokale overheden dus niet veel invloed op de afvalcontracten die bedrijven aangaan met afvalverwerkers; ze kunnen enkel advies verlenen over verbeteringen. Bijgevolg moeten lokale overheden op zoek gaan naar lokale strategieën om het Europese beleid inzake het bevorderen van de overgang naar een circulaire economie in het bedrijfsleven toe te passen, zeker ten opzichte van de plaatselijke kmo’s.

Overheden spelen geen rechtstreekse rol in de plastic waardeketen. Ze zijn niet rechtstreeks betrokken bij commerciële activiteiten; ze zijn geen ontwerpers, producenten of partijen die een product vermarkten.

Ze kunnen echter wel onrechtstreeks betrokken zijn bij de nieuwe waardeketens of businesscases, bijvoorbeeld als (A) initiatiefnemer, (B) bemiddelaar, (C) facilitator, (D) vergunningverlenende instantie en/of (E) (lancerende) klant.
Source fig 11

fig 11: Roles of the Governmental organisations


Hun verantwoordelijkheid indachtig, zijn overheden de ideale organisaties om de ontwikkeling van nieuwe (lokale) plastic waardeketens op te starten. De geïntegreerde verwezenlijking van een verbeterde scheiding en ophaling van plastics heeft niet enkel een impact op de circulaire economie, maar ook op milieuvergunningen, bereikbaarheid en luchtkwaliteit. Die beleidsdomeinen zijn allemaal de (gezamenlijke) verantwoordelijkheden van lokale en regionale overheden.

3.3. Ontwikkeling van nieuwe (lokale) plastic waardeketens

De eerste activiteit is het lokale afval en plastic ecosysteem leren kennen, zoals tijdens het PlastiCity project gebeurde. Zo verkrijg je inzicht in het huidige systeem en kan je vaststellen waar er ruimte is voor verbetering.

3.3.1. Actoren(groepen) en geografische spreiding

De bestaande afval waardeketens omzetten in lokale plastic waardeketens vergt inzicht in de aanwezigheid, ruimtelijke spreiding en kenmerken van de lokale of andere actoren die op het lokale niveau invloed uitoefenen.

De eerste stap is inzicht verkrijgen in de lokale toeleveringsketen van plastics. Dat betreft in de eerste plaats de actoren die rechtstreeks betrokken zijn bij de plastic keten, zoals producenten, verdelers, recycleerders enz. Daarnaast zijn een aantal andere actoren(groepen) betrokken bij de plastic keten, zoals ngo’s, overheden en afvaleigenaars (zie verder).

fig 12: Voorbeeld van actoren in de plastic waardeketen

Er bestaan meerdere benaderingen om de plastic waardeketen in kaart te brengen. Een eerste bestaat erin een bestaande bedrijvendatabank te gebruiken die een aantal dienstverleners aanbieden. In dat geval zijn de nauwkeurigheid van de databank en de zoekfilters belangrijke factoren. Een andere benadering is het gebruik van databanken van de lokale overheid of sector- of bedrijfsfederaties. De bestaande lokale (circulaire) netwerken of netwerken van bedrijfs- en belangengroepen kunnen eveneens dienst doen om het vereiste netwerk voor het project uit te bouwen (zie stap 3).


Houd er ook rekening mee dat een actor in meerdere groepen vertegenwoordigd kan zijn; een overheidsinstantie is bijvoorbeeld ook een afvaleigenaar, of een recycleerder kan tevens een assembleur of concurrent zijn. Daarnaast kunnen bepaalde actorengroepen, vooral afvaleigenaars, zeer divers en omvangrijk zijn en kan het nuttig zijn ze in bedrijfscategorieën onder te verdelen, bv. op basis van SBI- of NACE-codes.


De tweede stap is de ruimtelijke spreiding van de actoren visualiseren. Afvaleigenaars zijn vaak over het hele gebied verspreid, maar ook geconcentreerd in bedrijventerreinen of industrieparken. Het is uitermate belangrijk om te weten waar de cruciale spelers in de plastic waardeketen, zoals logistieke bedrijven en recycleerder zich situeren. In het verdere verloop van het project kan dit van groot belang blijken om te bepalen welke verwerkingsvariant realiseerbaar is.

fig 13: Voorbeeld van de ruimtelijke spreiding van actoren in de plastic waardeketen

De derde stap: zorgen voor betrokkenheid.
Deze stap draait om het selecteren en engageren van actoren die betrokken (willen) zijn en die stakeholders willen worden en zich willen verbinden tot de doelstellingen. Het gaat om meer dan het louter in kaart brengen van de actoren en het bepalen van de rol die ze in de bestaande plastic waardeketen spelen. Het vereist actoren die bereid zijn om actieve leden van de lokale plastic community te worden en samen te werken om verandering te bewerkstelligen.


Zorgen voor betrokkenheid draait in de eerste plaats om inzicht in de rol die de actoren willen spelen in de creatie van nieuwe waardeketens en de bijdrage die ze willen leveren aan de realisatie van die nieuwe waardeketens of businesscases. Dat is voor een actor vaak gebaseerd op de aard van zijn bedrijf, zijn positie in de waardeketen en de beschikbare kennis en expertise alsook de vastberadenheid om verandering te bewerkstelligen. Afvaleigenaars moeten bijvoorbeeld bereid zijn om hun plastics te sorteren en gescheiden te stockeren. In het licht van de felle concurrentie binnen de afvalinzameling en -verwerking dienen afvaleigenaars standvastig hun plastic afval te sorteren. Een ontwerper moet bereid zijn om buiten de vaste kaders te denken en creatief te zijn bij de ontwikkeling van nieuwe producten op basis van gerecycleerde plastics, die dikwijls andere kwaliteiten hebben dan niet gerecycleerde plastics. Betrokkenheid kan blijken uit de uitgesproken wens van de actor zelf om betrokken te worden bij en te investeren in de transitie.

Daarnaast kan je engagement en betrokkenheid bij het netwerk controleren en (ten dele) stimuleren. Je kan de betrokkenheid bijvoorbeeld controleren door te onderzoeken of de actoren een duurzaamheids- of circulariteitsbeleid hebben geformuleerd en toegepast en te checken of de actors reeds betrokken waren bij de ontwikkeling of realisatie van circulaire of recyclage-initiatieven. Die criteria kan je ook gebruiken om actief actoren uit te nodigen om te participeren in het netwerk. Er kunnen bij sommige actoren zelfs initiatieven voor de recyclage van plastic bestaan. Als dat het geval is, zal het zeker nuttig zijn om deze actoren in het netwerk op te nemen.

Dat checken verhoogt de kans dat de vertegenwoordigers in de lokale waardeketen echt zeer betrokken zijn. Het vergroot ook de kans op succes tijdens de uitvoering.

3.3.2. Het plastic afval


Het is belangrijk de plastic afvalstromen in jouw regio te analyseren, inzicht te krijgen in de ver- schillende types plastic afval en de volumes en kwaliteiten ervan in te schatten. Dit is de grondstof die de basis vormt voor potentiële nieuwe lokale waardeketens en businesscases.

De vierde stap bestaat erin het volume en de kwaliteit van het PC NH plastics te bepalen. In het PlastiCity project gebeurde dat in twee stappen: inzameling en analyse van de opgehaalde plastics.

Volume en plastic stromen
Plastic afval van afvaleigenaars, hoofdzakelijk kmo’s, wordt vaak niet gescheiden opgehaald en verwerkt. PC NH plastics wordt doorgaans samen met restafval ingezameld en verbrand. Het is bijgevolg moeilijk te bepalen hoeveel plastic afval geproduceerd wordt.

Elke regio organiseerde testophalingen bij een beperkt aantal bedrijven. De ingezamelde volumes werden gestockeerd in een PlastiCity hub. Indien zo een hub nog niet bestaat, kan dat ook ter plekke gebeuren, samen met de afvaleigenaar.

In dat geval doe je dat best net vóór de container wordt geledigd, omdat het dan duidelijk is hoe vol de container is en welk aandeel uit plastic bestaat.

Het is bovendien belangrijk te bepalen of het om een continue stroom gaat of dat er bijvoorbeeld sprake is van seizoensinvloeden.

fig 14: check plastic waste flow and quality

De hoeveelheid plastic afval in een gebied hangt af van het aantal bedrijven en de spreiding van die bedrijven over de verschillende bedrijfscategorieën. Het kan heel wat tijd en inspanningen vergen om een totaalbeeld te krijgen van de plastic afvalstromen. Het PlastiCity project heeft geen data opgeleverd die het mogelijk maken om de hoeveelheid plastic afval per bedrijfstype en -grootte of omzet te extrapoleren. Een dergelijke aanpak zou de tijd die nodig is om de hoeveelheid plastic per regio te visualiseren, aanzienlijk verkorten.content

Kwaliteit van het plastic
Het is niet altijd vereist, zoals we in het PlastiCity project hebben gedaan, de ingezamelde plastics in een tijdelijk laboratorium (de Mobiele unit) te analyseren. Je kunt ook samenwerken met een plastic onderzoeksgroep. Of je kan de kwaliteit van de plasticafvalstromen bepalen door ze te classificeren volgens de merktekens op het plastic afval. Een beschrijving van de plastic producten zou moeten volstaan voor de recycleerders om te weten hoe ze het afval dienen te recycleren. De merktekens zijn te zien in figuur 15. In geval van twijfel kan een expert in plastics een uitstekende inschatting maken van de types en kwaliteiten van het aanwezige PC NH plastic afval.

fig 15: Een overzicht van het plastic codeersysteem

3.3.3. Logistiek

De vijfde stap gaat over het opmaken van een overzicht van de logistieke alternatieven. Uit het PlastiCity project blijkt dat men in de eerste plaats het beleid inzake mobiliteit, bereikbaarheid en luchtkwaliteit in kaart moet brengen, samenvatten en analyseren. In de meeste gevallen komt het erop neer om filevorming in de (binnen)stad zoveel mogelijk te vermijden en de luchtkwaliteit verder te verbeteren.

Een adequate logistiek is essentieel voor een haalbare businesscase. Zoals we hebben gezien, hangt dat ook af van de mogelijkheid om stromen te bundelen. In de huidige logistieke systemen beschouwt men logistieke distributiecentra, retourlogistiek en cross-docking als maatregelen die de logistieke efficiëntie vergroten. Het voordeel daarvan is dat stromen gebundeld worden. Dat is van groot belang voor de gescheiden inzameling en verwerking van PC NH plastic afval met het oog op een efficiënte ophaling.

Om de doeltreffendheid van de PC NH plastic ophaling in zekere mate te kunnen inschatten, is het belangrijk inzicht te krijgen in de logistieke aspecten. Dat betekent weten waar de bedrijven die hun plastic afval gescheiden willen laten verwerken, gevestigd zijn en waar de bestaande logistieke hubs zich bevinden. Die locaties kan men vervolgens combineren met de functie van plastic hub. Er bestaan echter allerhande redenen waarom dat niet mogelijk zou kunnen zijn, bv. ruimtegebruik of omdat het onmogelijk is een vergunning te krijgen voor een combinatie van beide functies.

Steden en regionale overheden zijn verantwoordelijk voor ruimtelijke ordening. Dat biedt kansen om mogelijke locaties voor een hub te identificeren. De beste locaties hiervoor zijn plaatsen met een hoge concentratie van bedrijven, zoals industrieparken en bedrijventerreinen, omdat daar ook heel wat plastic afval aanwezig is.

Elk gebied is uniek. De te ondernemen acties zullen bijgevolg afhangen van de aard van het gebied in kwestie alsook van de wil en de mogelijkheden van de partners in het netwerk.

3.3.4. Stedelijk Platform / HUB


Zesde stap: betrokkenheid concreet maken.
Om nieuwe waardeketens te creëren of nieuwe producten op basis van gerecycleerd plastic te ontwikkelen, zijn goed geïnformeerde en geëngageerde stakeholders nodig. In een zogenaamd stedelijk platform kunnen stakeholders elkaar ontmoeten en bespreken hoe ze de waardeketens en businesscases gezamenlijk kunnen realiseren. Een community kan je creëren door middel van vergaderingen waarop volgende aspecten aan bod kunnen komen: hoe de samenwerking vorm geven, de gemeenschappelijke doelstellingen bepalen, de aanpak vastleggen, brainstormen over nieuwe producten, business cases uitwerken en berekenen en de functie en het ontwerp van een plastic hub.

Een netwerk van betrokken stakeholders kan en moet verder worden uitgebouwd. Het gecombineerd engagement moet concreet worden gemaakt. Concrete resultaten versterken de samenwerking en het geloof in het doel.

De plastic hub is een fysieke plaats waar het ingezamelde PC NH plastic afval afkomstig van deelnemende afvaleigenaars wordt gestockeerd, gebundeld en getest om de toepassingen ervan te bepalen. Bovendien kan men ideeën voor potentiële producten die op het stedelijke platform worden gegenereerd, hier ontwerpen, testen en mogelijk ook produceren. De aard van de hub kan verschillen en hangt af van alle hierboven vermelde aspecten en van de wensen van de stakeholders. De investeringen in de hub zijn afhankelijk van de functie(s) van de hub.

Het PlastiCity project wijst op vier hubvarianten. Die varianten zijn eveneens achtereenvolgend realiseerbaar als een groeimodel. Zo is het mogelijk om de lokale keten geleidelijk aan te ontwikkelen.

In het geval van de eerste variant is het hoofddoel een verhoging van het recyclagepercentage van PC NH plastic afval. De gescheiden plastics kan je vervolgens in de bestaande recyclageketen introduceren. Dit houdt in dat er nog geen lokale waardeketen wordt ontwikkeld. Het is dan niet nodig een community te creëren of te investeren in een hub.

De tweede variant houdt in dat de verhoging van het recyclagepercentage van PC NH plastic afval ervoor zorgt dat bestaande recyclage initiatieven bevoorraad worden met het plastic afval. Op die manier kan men zeer snel de eerste producten maken om de samenwerking te versterken.

Bij de derde variant leidt de verhoging van het recyclagepercentage van PC NH plastic afval tot de bundeling (en het testen) van de plastics, met kleinschalige recyclage en de ontwikkeling van producten die hoogstwaarschijnlijk een sterk lokaal karakter hebben. Dat komt de herkenbaarheid en binding ten goede. Er kan een community en een kleinschalige hub zijn met beperkte investeringen, wat zelfs mogelijk is met tweedehandsmaterieel.

Als de mogelijkheid bestaat om verder op te schalen, kan een recyclage eenheid (voor film) van 10.000 ton worden gerealiseerd. Die verwerkingseenheid kan grote stedelijke gebieden bedienen. Dat betekent uiteraard dat er een grotere investering nodig is (onderzoek door UGent).

3.4. Van opportuniteit tot businesscase
3.4.1. Realisatie van bedrijfskansen

Volgens de klassieke economische benadering is een businesscase haalbaar en uitvoerbaar indien er een rendement op investering of groeimogelijkheden kunnen worden gecreëerd. Met andere woorden, indien de inkomsten meer bedragen dan de kosten. De ontwikkeling van een businesscase houdt alle taken in die gericht zijn op de ontwikkeling van de bedrijfsopportuniteit en het genereren van waarde op lange termijn voor een organisatie, klanten, markten en relaties. Het businessmodel is een tool die men in het bedrijfsontwikkelingsproces dient te gebruiken. In essentie is een businessmodel een beschrijving van hoe een bedrijf geld opbrengt. In de eenvoudigste vorm dient een businessmodel uit drie onderdelen te bestaan, zoals geïllustreerd in figuur 16:
Source fig 16

fig 16: minimumvereisten voor de berekening van een businesscase


In de klassieke economie heeft een bedrijf als primair doel winstmaximalisatie of kostenbeperking via grotere efficiëntie in de toeleveringsketens, productievestigingen en exploitatie. Dat heeft min of meer geleid tot de klassieke lineaire economische benadering van grondstoffen die omgevormd worden tot producten en producten die eindigen als afval. Als bedrijven op zelfbehoud gericht zijn, dienen ze rekening te houden met hun natuurlijke randvoorwaarden om ervoor te zorgen dat ze hun eigen bestaan, of dat van hun klanten, niet in gevaar brengen door de uitputting van hulpbronnen en de effecten van klimaatverandering. Sinds de Industriële Revolutie is dat niet altijd het geval geweest. Tegenwoordig is de maatschappij zich meer bewust van de noodzaak om ook met natuurlijke en sociale randvoorwaarden rekening te houden. Een verschuiving naar een circulaire economie, met circulaire bedrijfsmodellen, verdient de voorkeur.

Deze bedrijfsmodellen worden hier toegelicht. Binnen het stedelijk platform kunnen de stakeholders de business opportuniteiten bepalen, bespreken en berekenen en nagaan of het een interessante business case kan zijn.

3.4.2. Geheimhoudingsovereenkomst

Indien een potentiële bedrijfsopportuniteit zich voordoet, kan een zekere mate van vertrouwelijkheid en/of zorgvuldige selectie van stakeholderbetrokkenheid nodig zijn. De bedoeling ervan is de relevante commerciële belangen te beschermen en concurrentie te voorkomen tijdens de productontwikkelings- en introductiefase. In zulke omstandigheden is het misschien raadzaam om een geheimhoudingsovereenkomst aan te gaan.

3.4.3. Changed boundaries and opportunities

Zodra de belanghebbenden op het stedelijk platform de verschillende activiteiten volgens plan beginnen uit te voeren, zullen de actoren in de waardeketen daarop reageren en mogelijk nieuwe opportuniteiten creëren. Tegelijkertijd kunnen externe factoren het ecosysteem wijzigen (tijdens het PlastiCity project was de uitbraak van COVID-19 zo een factor). Het is altijd van belang om zich bewust te zijn van veranderende omstandigheden, belangen en relaties. Bijgevolg kunnen geplande acties misschien niet worden uitgevoerd, of doen zich nieuwe opportuniteiten voor. Deze nieuwe opportuniteiten maken het meest kans op succes gezien de gewijzigde omstandigheden. Flexibiliteit bij de implementatie is derhalve van het grootste belang.

This site is registered on wpml.org as a development site.